Tegenover de Sint-Gummaruskerk vind je het enige romaanse gebouw van Lier en vermoedelijk ook het oudste: de Sint-Pieterskapel. Op deze plek richt Sint-Gummarus in de 8ste eeuw een (houten) bidplaats op, waaruit een monastieke gemeenschap groeit en die een boost geeft aan de groei en ontwikkeling van de stad. Een romaanse kerk in steen vervangt rond 1225 de houten kapel. Een groot deel van het gebouw wordt waarschijnlijk na de voltooiing van Sint-Gummaruskerk afgebroken. Enkel het koor, een klein deel van het schip en het transept blijft bewaard. Tot in de 20ste eeuw…

De Sint-Pieterskapel komt de Groote Oorlog niet ongeschonden door en brandt volledig uit. Kanunnik R. Lemaire, een belangrijk architect uit de Belgische monumentenzorg, zorgt voor de heropbouw van de Sint-Pieterskapel tussen 1922-1925. Op basis van materiaaltechnisch en archeologisch onderzoek worden de nog bestaande delen in hun oorspronkelijke 13de-eeuwse vorm gerestaureerd.

Neem zeker eens een kijkje achter het altaar. Daar vind je  het lege graf van Sint-Gummarus. De heilige wordt oorspronkelijk op zijn domein in Emblem begraven, maar zijn lichaam verhuist al kort daarna naar de houten kapel die hij zelf liet bouwen op de plaats van de huidige Sint-Pieterskapel. Veel rust is hem niet gegund, want in 754 wordt zijn gebeente opnieuw opgegraven in bijzijn van de bisschop van Kamerijk, die zijn relieken in een schrijn legt en op het altaar van de Sint-Gummaruskerk laat plaatsen ter verering. Van dan af is Gummarus een heilige. Het reliekschrijn met daarin zijn overblijfselen is normaal te vinden in de Sint-Gummaruskerk, maar wordt sinds 2022 (tijdelijk) bewaard in het stadsmuseum voor de duur van de restauratie van de kerk.

In het kader van "En route - de laatste reis".